Schoonheid

Zusters Augustinessen van St. Monica:   Schoonheid 

Voor de zusters is het belang van schoonheid dat het helpt een beter mens te worden. Als je iets mooi vind, iets je aanspreekt, dan wordt het goede in de kijker of luisteraar aangesproken. Dat goede wordt gezien als iets goddelijks. Oog hebben voor schoonheid helpt je op weg naar begrip voor jezelf en de medemens. Daarmee heeft het een contemplatief element  en wordt door de zusters als een vorm van bidden beschouwd.

Allerlei manieren

De zusters willen op zoveel mogelijk manieren bezig zijn met schoonheid, zowel om ernaar te kijken en erover te leren, als het zelf te maken. Ze hebben altijd veel interesse gehad voor culturele uitingen en zijn altijd in voor een uitje naar musea, concerten, theater of lezingen en hebben veel literatuur en kunstboeken. Daarnaast hebben ze altijd zoveel mogelijk culturele hobby’s gehad, waar ze de laatste jaren steeds meer tijd voor kregen. 

Zelf maken

De zusters wilden zoveel mogelijk zelf maken omdat het goedkoop was maar ook om de ontwikkeling van ieders oog voor schoonheid. Ze knoopten hun eigen loper voor op de vloer, bakten enorme hoeveelheden lekkers, maakten hun eigen kleding, hun eigen handtas, eigen gebedenboekjes met schitterende tekeningen bij prachtig gekalligrafeerde, eigen teksten. Nog zijn de zusters graag creatief bezig, ieder op haar eigen manier: bv met schrijven, schilderen, borduren of beelden maken van hout, zeepsteen of klei. 

Feest vieren en optreden

Het leven mag gevierd worden, en daarom was er altijd wel een voorbereiding voor een feest aan de gang. Religieuze feesten, een jubileum of verjaardag, met anderen of met elkaar, ze leefden ze zich helemaal uit in het goede gastvrouw zijn en het vermaken van de gasten of elkaar. Sketches, liedjes, voordrachten, muziek, toneel, spelletjes, alles kon om het plezier in het samenzijn te benadrukken. De teksten werden zelf geschreven, de kleding waarin werd opgetreden en de grime werd zo professioneel mogelijk aangepakt. Voor de clubs ‘Open Haard’ hebben de zusters zelf hele toneelstukken opgevoerd en werden er zelfs professionele grimeurs ingehuurd.

Zr. Marie José van der Lee (1912 – 2012)

Deze zuster kreeg als erkende kunstenares wereldwijd opdrachten. Zij werkte vanaf 1955 in Hilversum in een speciaal voor haar gebouwd atelier, met hoge ramen voor het licht en een dakhoogte die rekening hield met enorme beelden. Ze gebruikte allerlei materialen: hakte beelden uit steen, maakte beelden van klei, die soms ook in brons werden gegoten, emailleerde schilderijen en ontwierp patronen voor op religieuze kleding die andere zusters uitvoerden. Ze gebruikte de klei heel inventief: gladde klei voor een verfijnt gezicht en handen tegenover wat grovere klei voor de rest, ook gebruikte ze verschillende kleuren klei in hetzelfde beeld. Haar werk is nooit gesigneerd, maar aan haar stijl duidelijk te herkennen. De zusters hebben een boek over haar uitgegeven: ’Wat beelden verwoorden’.